Vondel-Studiën, Volumes 3-4L.C.G. Malmberg, 1908 |
From inside the book
Results 1-5 of 53
Page 16
... onze wijsgeer - dichter , als eerste eigen- schap Gods , diens eenvouwigheit » ( simplicitas ) v . 273-347 . De oude kantteekening drukt dit aldus uit : « Godts wezen is eenvouwigh en ongemengt » ; de dichter zelf vol- gender wijze v ...
... onze wijsgeer - dichter , als eerste eigen- schap Gods , diens eenvouwigheit » ( simplicitas ) v . 273-347 . De oude kantteekening drukt dit aldus uit : « Godts wezen is eenvouwigh en ongemengt » ; de dichter zelf vol- gender wijze v ...
Page 20
... onze Nederlandsche taal vermag ter uitdrukking van afgetrokken denkbeelden : De diamantknoop van d'alomheit , alsins vintbaer , En d'eindeloosheit is zoo krachtigh onontbindbaer In een gevlochten en doorvlochten en geleit , 1 ) 730 Dat ...
... onze Nederlandsche taal vermag ter uitdrukking van afgetrokken denkbeelden : De diamantknoop van d'alomheit , alsins vintbaer , En d'eindeloosheit is zoo krachtigh onontbindbaer In een gevlochten en doorvlochten en geleit , 1 ) 730 Dat ...
Page 25
... beeldrijke zeggingskracht , in ' t licht gesteld ! - Ik geef het stuk met eenige ophelderingen : ' t zij een schitterende bloem te meer in onze Bloemlezing uit Von- dels Bespiegelingen . De wijsheit is in Godt een kennis , die het 25.
... beeldrijke zeggingskracht , in ' t licht gesteld ! - Ik geef het stuk met eenige ophelderingen : ' t zij een schitterende bloem te meer in onze Bloemlezing uit Von- dels Bespiegelingen . De wijsheit is in Godt een kennis , die het 25.
Page 39
... onze uuren In wezen was , en geen begin , noch eindt van duuren 965 Berekent , en verduurt wat binnen zijnen ring Een korte duurzaemheit of oogenblick ontfing , Of nog ontfangen zal , uit Godts geduurzaemheden Noit achterhaelt van ' t ...
... onze uuren In wezen was , en geen begin , noch eindt van duuren 965 Berekent , en verduurt wat binnen zijnen ring Een korte duurzaemheit of oogenblick ontfing , Of nog ontfangen zal , uit Godts geduurzaemheden Noit achterhaelt van ' t ...
Page 62
... onze dagen weder daarheen gaat , ziet en hoort een ieder , die niet ziende blind , hoorende doof wil zijn ! Wat is hiervan het gevolg voor de Bespiegelingen ? Dat , althans voor een merkelijk gedeelte , het 4 ° Boek van polemischen aard ...
... onze dagen weder daarheen gaat , ziet en hoort een ieder , die niet ziende blind , hoorende doof wil zijn ! Wat is hiervan het gevolg voor de Bespiegelingen ? Dat , althans voor een merkelijk gedeelte , het 4 ° Boek van polemischen aard ...
Common terms and phrases
Aartsengel Adam in ball afgronts aldus alles Apollion Arius Asmodé Athanasius Belial Berkeley Bespiegelingen Boek CALIFORNIA LIBRARY Christus daer dichter dien dier duivel eenige eeuwigheid eeuwigheit eigenschappen elck Engelen Epicurus Evangelische Raden fragment Gabriël gedachte Geest gelijk goddelijke Godheid Gods godsdienst Godt Godtheit goed goet haer hant hart heerlijkheid heilige helsche hemel hemelsche hooger hoogh hoogst hunne iets Jesus juist kroon laet leer Lennep licht liefde Lucifer Lucretius lust Maer maght maken mensch Messias Michaël naem naer natuur noit Offerande onze oock oogenblik oogh Paradise lost persoon Rafaël recht rijck Satan schepsel schijnt schoon schoonheid slagh staet straelen tijt treurspel troon tusschen UNIVERSITY OF CALIFORNIA Vader verzen volgt volstrekt Vond.-Stud Vondel waer waerheit Want weerelt werck wezen wijsheit wijze woord Woort wort zelf zelve Ziehier ziel ziet zooals Zoon zulck zwavel
Popular passages
Page 31 - Dat helder aengezicht in eenen wreeden muil; De tanden in gebit, gewet om stael te knaeuwen ; De voeten en de hant in vierderhande klaeuwen ; Dat glinstrend parlemoer in eene zwarte huit. De rugh, vol borstlen, spreit twee drakevleugels uit. 1950 In 't kort, d'Aertsengel, wien noch flus alle Englen vieren, Verwisselt zyn gedaente, en mengelt zeven dieren Afgryslyck onder een, naer uiterlycken schyn ; Een...
Page 171 - Het aerdtrijck davert, dreunt, en loeit, en huilt van onder. Het blixemt bliek op bliek, op 't weêrlicht rolt de donder De donderklooten door de wolcken slagh op slagh, En d'avontschaduw jaeght den ondergaenden...
Page 33 - His visage drawn he felt to sharp and spare ; His arms clung to his ribs : his legs entwining Each other, till supplanted down he fell A monstrous serpent on his belly prone, Reluctant, but in vain ; a greater power Now ruled him, punish'd in the shape he sinn'd, According to his doom.
Page 78 - Te heffen mynen stoel in aller heemlen trans, Door alle kreitsen hene, en starrelichten glans. Der heemlen hemel zal my een palais verstrecken, De regenboogh een troon ; 't gestarrente bedecken Myn zalen; d'aertkloot blyft myn steun, en voetschabel.
Page 130 - er in zijn' stant? het bovenste raeckt onder. De heiren, na 'et gedfeun van 't eerste schutgevaert*. Geraken hantgemeen met knods, en hellebaert*, En sabel, speer, en dolck. het gaet 'er op een kerven, En steken. al wat kan, wat toeleit op bederven*, Op schenden, rept zich* nu, bederft, en treft, en schent. De broederschap heeft uit, en niemant ziet noch kent Zijn
Page 129 - Wanneer de dolle trom en klinckende trompet Zich mengen; het geluit geweer en handen wet, En steigert in den trans van 't heiligh licht der lichten; Een klanck, waer op terstont een zwangre wolck van schichten Geborsten, slagh op slagh, een
Page 176 - En ziet den tijt, die Godt met zijnen vinger toont. Hoe kan d'erfvyant der Dry-eenigheit met reden Dan drijven dat dit punt der Dryheit den besneden Ten aenstoot dient, en van Messias kroon vervremt...
Page 132 - De regementen, die zich sluiten, en ontvouwen, Op 't wencken van hun hooft, een ieder in zyn vaen, Te zien zoo pal, gelyck metale muren staen, Als op een wederwight van lucht en eigen zwaerte, 1855 Met al hun slingertuigh, geschut, en stormgevaerte.
Page 106 - Naer heur gestelde wet, dat voeght den onderzaet, Die aen zyn meesters last en wil gebonden staet. De reden en het wit waerom wy namaels wachten, Na 'et overleven van een tafel erfgeslachten, Den Heer, die, Godt en mensch geworden in der tyt...
Page 31 - Gelyck de klare dagh in naren nacht verkeert, Wanneer de zon verzinckt, vergeet met gout te brallen ; Zoo wort zyn schoonheit oock, in 't zincken, onder 't vallen, In een wanschapenheit verandert, al te vuil...